Het zijn net echte pubers

Hulpverlener Frenk aan het woord

Frenk is cliëntbegeleider ambulante zorg. Een aantal van de cliënten die hij begeleidt, valt in de doelgroep lichtverstandelijk beperkte (LVG-)jongeren. Frenk vertelt dat het een moeilijke doelgroep is om mee te werken. Moeilijk op meerdere fronten en op meerdere niveaus. Zo is de doelgroep allereerst heel lastig te herkennen. En ook cliënten zien zichzelf vaak niet als LVG-jongeren. Dat maakt dat ze vaak niet openstaan voor begeleiding: ik heb dat toch niet nodig?!

Eigengereid

Het zijn vaak echte pubers die eigengereid zijn en zelf niet weten wat ze precies nodig hebben, terwijl ze wel dénken dit te weten. Dit maakt het lastig voor de cliëntbegeleider om tot hen door te dringen en iets te bereiken bij deze cliënt. Vooral als ambulant begeleider is dit moeilijk: cliënten wonen meestal nog thuis en de begeleiding gebeurt op vrijwillige basis. De contactmomenten vinden meestal één keer in de week plaats voor één à twee uur.

Vaak zijn er veel andere partijen in beeld rondom de cliënt: ouders en andere betrokken instellingen of instanties als Justitie, de Willem Schrikkerstichting en Bureau Jeugdzorg zijn complex. Soms wordt ook contact onderhouden met de school of het werk van de cliënt, als zij dat hebben. Niet alleen de verschillende betrokken partijen maken de begeleiding van de LVG-jongere complex, maar ook de leeftijd van deze cliënten en de (snelle) ontwikkeling die zijn doormaken. Ouders zijn daarbij in sommige gevallen zelf ook licht verstandelijk beperkt, of hebben een vorm van sociaal-emotionele problematiek.

Samenwerking

Hoe kan de samenwerking c.q. overdracht met de verschillende partijen wellicht beter?
Wat vaak ontbreekt, is vroegtijdige herkenning en erkenning van de problematiek, waardoor cliënten te laat passende begeleiding krijgen. Er is een groot verschil tussen een kind bij wie op 4-jarige leeftijd een ontwikkelingsachterstand wordt erkend en behandeld, en een kind dat op 13-jarige leeftijd in ‘de molen’ komt.

Dit zou aan de voordeur sneller herkend moeten worden, bijvoorbeeld bij de huisarts of op school, die daarop sneller actie onderneemt. Met die actie wordt bedoeld het laten uitvoeren van psycho-diagnostisch onderzoek naar persoonlijkheid en IQ bijvoorbeeld. In elk geval vóór de puberteit, want dit is in alle opzichten een ‘lastige’ leeftijd.

Ervaring van cliëntbegeleider

Waar loop je als cliëntbegeleider van deze jongeren nou zelf tegenaan? Het probleem is dat de hulpvraag vaak van ouders komt en niet van de jongere zelf. Als cliëntbegeleider moet je soms eindeloos onderhandelen tussen cliënt enerzijds en ouders, Justitie of Bureau Jeugdzorg aan de andere kant. Waarbij er maar moeizaam resultaten geboekt worden. De cliënt beschouwt zichzelf niet als ‘beperkt’, en wil ook niet zo gezien worden door de omgeving. Daarom accepteren zij de cliëntbegeleider niet of moeizaam.

Wat kun je als cliëntbegeleider doen om (beter) voorbereid te zijn op het werken met deze doelgroep? Vooral snel reageren is belangrijk bij deze doelgroep. Vroege herkenning helpt, maar dit is natuurlijk iets voor de lange-termijn. Daarnaast snel ondersteuning bieden, en het ondersteuningstraject zelf ook sneller laten verlopen.

Afgezien van de opleiding en ervaring van de cliëntbegeleider, speelt ook het team een grote rol. Daarbij moet er voldoende tijd en gelegenheid zijn om bepaalde onderwerpen en vragen breder te kunnen neerleggen in plaats van alles zelf proberen op te lossen.

Het doel van de cliëntbegeleider is in bijna alle gevallen om de cliënt zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren en een plek te geven in de maatschappij.